zwaar beschadigd wrak B140/225 geïdentificeerd als UB-32. Voorschip is volledig vernield door een zware impact. UB-II type duikboot die in de Eerste Wereldoorlog is ingezet. Identificatie via inscriptie (UB-32) op de stuurboordschroef.

Op het uiterste punt van het Belgische territoriale zeegebied, in positie 51° 40’ 820 N  002° 25’ 100 E, werden de resten teruggevonden van een zwaargehavende UB-I type duikboot.  Het wrak is gelegen op een tweetal mijl ten oosten van de grens met het zeegebied van het Verenigd Koninkrijk.  Het is gesitueerd in de scheidingszone van het noord-zuidgaande  scheepvaartpas van de Noordhinder (North Hinder Traffic Separation Zone).  Het wrak werd in de jaren ’80 al door de Vlaamse Hydrografische dienst ontdekt en op kaart gezet.  Het werd in juni 1999 bedoken en geïdentificeerd door Dirk Termote als wrakresten.  Aanvankelijk werd gedacht aan resten van een genivelleerd schip en door de beperkte zichtbaarheid kon geen doorslaggevende identiteit gegeven worden.

In 2009 konden enkele uitvoerige duiken gemaakt worden op het wrak bij uitstekende zichtbaarheid en kon het met zekerheid als een UB-I type duikboot geïdentificeerd worden. Het is gelegen op een maximale diepte van 41 meter, staat rechtop met een inclinatie over bakboord. Het heeft een lengte van ongeveer 30 m op een breedte van 4 à 5 m.  Het hoogste punt is op de toren, met een hoogte van 5 m boven de omringende bodem. De duikboot is intact tot op 4 meter voor de toren, waarna er vernielingen voorkomen die te wijten zijn aan een zware impact. Dit deel vertoont een zware scheur en verschillende rompplaten zijn naar binnen gedrukt. Her en der liggen er fragmenten van kapotte en gesmolten batterijen. Het voorschip is ter hoogte van het torpedoruim gescheurd en deels samengedrukt. De ronding van de boeg is goed te herkennen en de voorste plaat met de toegang van één van de torpedobuizen is er af gevallen.  De deur van de torpedobuis is niet meer aanwezig.  Bovenop het vroegere dek werd een kabelrol met opgerolde ijzeren kabel aangetroffen.  Dit zijn de restanten van het dieptelood. De toren mist de buitenhuid, maar drukromp en periscoopstandaard zijn aanwezig. Het luik is gesloten. Op het achterschip is een enkele schroef aangetroffen met diepteroer en horizontaal roer. Er kon geen identificatienummer op de naaf van de schroef gezien worden aangezien die bedekt is met verloren netten.