FAQ

Wat wordt bedoeld met vondsten?

Vondsten: elke ontdekking van sporen van menselijke aanwezigheid met een cultureel, historisch of archeologisch karakter die zich deels of volledig, tijdelijk of permanent onder water bevinden, met name:

  • Vindplaatsen, structuren, gebouwen, voorwerpen en menselijke resten, alsook hun archeologische en natuurlijke context;
  • Schepen, luchtvaartuigen, andere vervoermiddelen of delen daarvan met hun vracht of inhoud alsook hun archeologisch en natuurlijke context;
  • Prehistorische voorwerpen;
     

Waarvan de ontdekker redelijkerwijze kan vermoeden dat het cultureel erfgoed onder water is en dat dit nog niet geregistreerd is in het elektronisch register.

Belangrijk
Een vondst melden betekent dus niet per definitie dat de vondst ook moet bovengehaald zijn. Je kan ook een waarneming van een vondst melden, zonder dat er objecten naar boven zijn gehaald. Stel dat je als duiker op een bepaald wrak gaat duiken en je merkt in de omgeving van de uitgekozen duikplaats een ander niet-gekend object waarvan je redelijkerwijs vermoedt dat het om erfgoed zou kunnen gaan, volstaat het je waarneming te melden (opgelet: boven halen kan op voorwaarde dat je een machtiging van de gouverneur hebt). Ook survey-bedrijven bijvoorbeeld die op hun beelden ongekende wrak- of andere sites ontdekken dienen deze te melden aan de gouverneur wanneer het vermoeden bestaat dat het om cultureel erfgoed onder water gaat.

Archeologische vondsten op het strand vallen niet onder deze wetgeving en moeten niet worden gemeld aan de gouverneur. Ze dienen wel gemeld te worden via de website van het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed bij: Een vondst melden?

Op welke vondsten is deze wetgeving van toepassing?

Het gaat om vondsten gedaan vanaf 1 juni 2014 in het Belgische deel van de Noordzee:

  • alle potentiële erfgoed in de territoriale zee van België, ook als het zich minder dan 100 jaar onder water bevindt;
  • in de Belgisch exclusieve economische zone en op het continentaal plat die zich ten minste 100 jaar onder water bevinden;
     

De wet is echter niet van toepassing op :

  •  wrakken en wrakstukken die een gevolg zijn van actuele scheepsrampen;
  • pijpleidingen en kabels die op de zeebodem liggen;
  • andere installaties dan pijpleidingen en kabels die zich op de zeebodem bevinden en die nog worden gebruikt;
     

Archeologische vondsten op het strand vallen niet onder deze wetgeving en moeten niet worden gemeld aan de gouverneur. Ze dienen wel gemeld te worden via de website van het agentschap Onroerend Erfgoed  bij: Een vondst melden?

Meldingsplicht?

De vondsten die potentieel erfgoed zijn, meld je via mail op gouverneur@west-vlaanderen.be. Deze melding is van groot belang om erfgoed te kunnen erkennen en beschermen en daarom is deze eenvoudige melding verplicht. Niet-gemelde vondsten kan men niet bezitten of verhandelen. Vondsten van menselijke resten moeten respectvol worden bejegend. Intentioneel boven halen kan op voorwaarde dat je een machtiging van de gouverneur hebt.

Wat moet je melden wanneer je een vondst hebt gedaan?

De melding via gouverneur@west-vlaanderen.be dient de volgende gegevens te bevatten :

  1.  identificatie- en contactgegevens van de melder: m.a.w. de naam en contactgegevens (telefoonnummer, adres, e-mailadres,…) zodat de melder gemakkelijk kan gecontacteerd worden
  2. de positie in coördinaten van de vondst (bijvoorbeeld gps-coördinaten of aanduiding op kaart);
  3. de datum van de vondst;
  4. een algemene (korte) beschrijving van de vondst;
     

Indien de volgende informatie beschikbaar is, vragen we om dit ook toe te voegen aan de melding:

  1. de geschatte afmetingen van de vondst;
  2.  de informatie over de grondstoffen waaruit de vondst vervaardigd is;
  3.  een duidelijke foto van de vondst.

Wat met vondsten die reeds ontdekt waren voor inwerkingtreding van deze wet?

Een vondst ontdekt voor de inwerkingtreding van deze wet, moet niet meer worden gemeld. Deze vondsten blijven eigendom van de huidige eigenaar (voor zover ze niet behoren tot een staatschip), de wet is er niet op van toepassing. De vinders ervan worden wel aangemoedigd deze vondsten alsnog te melden. Deze hoeven dan de procedure niet te doorlopen maar kunnen zo wel opgenomen worden in het register. Zo kunnen deze vondsten nog bijdragen aan het onderzoek naar maritiem erfgoed in de Noordzee, zonder dat er wettelijke verplichtingen aan gekoppeld zijn.

Wat gebeurt er na de melding van de vondst?

De vondst wordt opgenomen in een elektronisch register dat door iedereen kan worden ingezien (bij uitzondering zal een vondst die een gevaar of risico kan opleveren voor het behoud niet vermeld worden). Op deze website zal men binnenkort terugvinden waar men dit register kan raadplegen.

De gouverneur stelt na de melding een onderzoeksrapport op, waarin hij een gemotiveerd advies geeft aan de Minister van Noordzee over het feit of de vondst als cultureel erfgoed onder water kan beschouwd worden. Voor het opstellen van het rapport pleegt de gouverneur eventueel overleg met andere Staten.

De Minister van de Noordzee beslist daarna of de vondsten cultureel erfgoed onder water zijn. Op basis daarvan kunnen maatregelen worden genomen. Er kan ook beslist worden dat het cultureel erfgoed onder water in situ beschermd wordt en dat er  maatregelen van individuele en van reglementaire aard genomen moeten worden ter bescherming ervan, mits afweging van de impact van die maatregelen op de activiteiten in de omgeving.

De gouverneur stelt de directeur-generaal van de Unesco in kennis van het cultureel erfgoed onder water. Op die manier wordt het erfgoed wereldwijd bekendgemaakt. 

Kunnen er werkzaamheden uitgevoerd worden aan cultureel erfgoed onder water?

Met werkzaamheden worden activiteiten bedoeld waarvan het cultureel erfgoed onder water hoofdzakelijk het voorwerp is en die het erfgoed fysiek kunnen aantasten of er rechtstreeks of onrechtstreeks andere schade aan kunnen veroorzaken. Werkzaamheden aan het cultureel erfgoed onder water kunnen enkel gebeuren na machtiging van de gouverneur.  Schepen onder Belgische vlag kunnen niet ingezet worden voor werkzaamheden in strijd met het verdrag ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water, aangenomen te Parijs op 2 november 2001 en geratificeerd bij wet van 6 juli 2013 (Belgisch Staatsblad 25 oktober 2013).

Moet ik het melden als ik ga duiken?

Alle vaartuigen met uitzondering van militaire vaartuigen, maar met inbegrip van pleziervaartuigen en vaartuigen voor beroepsdoeleinden; met aan boord duikers met inbegrip van recreatieduikers en beroepsduikers, die zich willen begeven in wateren die vallen onder Belgische soevereiniteit, de territoriale zee en de Exclusief Economische Zone, moeten dit melden aan het MRCC.

De meldingen bedoeld in dit bericht dienen te gebeuren aan het MRCC. De meldingen gebeuren:

  • ofwel op VHF-kanaal 67
  • ofwel telefonisch, op het telefoonnummer 059 / 34 10 20
     

Het vaartuig dient vóór het vertrek uit de haven of, desgevallend, vóór het binnenvaren van de wateren die vallen onder Belgische soevereiniteit, te melden:

  1. de naam van het vaartuig;
  2. dat het vaartuig uitvaart of vaart met duikers aan boord;
  3. het aantal duikers dat zich aan boord bevindt;
  4. de duikplaats.
     

Bij de duikplaats aangekomen, dient het vaartuig te melden:

  1. dat het schip ter plaatse is;
  2. hoeveel duikers in het water gaan;
  3. de voorziene tijdsduur dat elke duiker in het water zal blijven.
     

Bij het beëindigen van de duikactiviteiten meldt het schip dat alle duikers terug aan boord zijn. Bij successieve duiken dienen telkens de bovenvermelde instructies te worden gevolgd. Het vaartuig meldt wanneer de duikactiviteit volledig is afgelopen.  Voor duikactiviteiten gepland in de afgebakende vaarwegroutes of aanlopen dient minimum drie weken op voorhand een toelating te worden gevraagd aan de nautisch dienstchef van het MRCC. Indien een toelating wordt verleend voor duikactiviteiten in de afgebakende vaarwegroutes of aanlopen, kunnen hieraan voorwaarden worden verbonden.
Het is verboden zonder voorafgaande machtiging van de gouverneur vondsten intentioneel boven te halen.

Hoe zit het met het eigendomsrecht?

Zowel de oorspronkelijke eigenaar als de vinder kunnen eigenaar worden van een vondst of van erkend cultureel erfgoed. Er is ook een regeling uitgewerkt om erkend erfgoed aan het brede publiek openbaar te maken (zo kunnen musea eigenaar worden van het erfgoed, zie hieronder). Bij de start van de procedure (de melding) wordt de Belgische Staat de voorlopige eigenaar van de vondst en kan na het doorlopen van de procedure bepaald worden wie de uiteindelijke eigenaar wordt (zie hieronder). Uitzondering hierop is als het gaat om een schip of luchtvaartuig van een Staat of alle onderdelen hiervan, deze blijven eigendom van de Staat die eigenaar was op het ogenblik van het zinken, de gouverneur pleegt hiervoor overleg met de vlaggenstaat van het schip of luchtvaartuig met het oog op bescherming ervan.

De eigendomsregeling

Indien beslist wordt dat de vondst geen cultureel erfgoed is onder water, wordt de eigendom overgedragen aan de vinder, tenzij het gaat om een schip of luchtvaartuig van een Staat of alle onderdelen daarvan.
Voor het cultureel erfgoed onder water dat niet beschermd wordt in situ, zijn volgende bepalingen van belang:

Gedurende de 9 maanden volgend op de bekendmaking van het cultureel erfgoed onder water loopt er een periode waarbinnen men kan bewijzen aan de gouverneur dat men eigenaar was op het ogenblik van het zinken. Tijdens dezelfde periode kan een openbaar bestuur, een instelling van openbaar nut of een erkend museum te kennen geven dat zij eigenaar wensen te worden. Deze meldingen kan gebeuren via gouverneur@west-vlaanderen.be ofwel per post:

de heer Carl Decaluwé,
gouverneur van West-Vlaanderen,
Burg 3
8000 Brugge

Indien het cultureel erfgoed onder water niet wordt opgeëist, kan de Koning de eigendom overdragen aan de vinder. Indien de vinder geen eigenaar wenst te worden kan die dat uiteraard weigeren.
Over het eigendomsrecht wordt beslist door de Koning, nadat de gouverneur een voorstel hierover heeft overgemaakt aan de Minister van de Noordzee (zie ook hieronder).

Wat zijn de verplichtingen van de eigenaar?

Indien het erfgoed onder water niet wordt beschermd in situ, moet de rechtverkrijgende van het eigendom het cultureel erfgoed onder water opslagen, bewaren en beschermen met het oog op conservering ervan op lange termijn.
Diegene die aanspraak maakt op het cultureel erfgoed moet voor de eigendomsoverdracht de kosten vergoeden die werden gemaakt met het oog op de bescherming van het cultureel erfgoed onder water.

Wat als iemand zich meldt als eigenaar en een overheid of museum ook eigenaar wil worden?

De Koning kan de eigendom overdragen aan het openbaar bestuur, de instelling van openbaar nut of museum nadat zij de waarde van het cultureel erfgoed onder water vergoed hebben aan de (rechts-)persoon die eigenaar is. Er moet dan een bewijs van onderling akkoord worden voorgelegd aan de ontvanger. Indien geen overeenstemming over het bedrag van de vergoeding, kan de Koning de eigendom overdragen aan de (rechts-)persoon die eigenaar is.

Hoe worden inbreuken op deze wetgeving bestraft?

Inbreuken op de wetgeving kunnen worden gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 2 jaar en met een geldboete van 26 euro tot 500 euro of met één van deze straffen alleen. Inbreuken op bepalingen met betrekking tot een schip of luchtvaartuig van een Staat, worden gestraft met een gevangenisstraf van 1 maand tot 5 jaar en een geldboete van 26 tot 500 euro.

Vondsten die niet gemeld werden en die onrechtmatig in bezit zijn genomen na de inwerkingtreding van deze wet of vondsten die worden verhandeld, worden verbeurd verklaard.